
Het betere werk
Voorzichtig keek ik om het hoekje van de deur. Mevrouw was wakker. Ze tuurde enigszins mijn richting op. Ik veronderstelde dat ze me niet goed kon zien door het naar binnen vallende licht via de raampartij, wat haar wellicht een beetje verblindde. Ik liep naar haar toe, zag een pienter koppie met ondeugend kijkende ogen (of zag ik dat erin?). We maakten kennis en ze begon een gesprek over ‘rare mensen’. Dat bleken mensen te zijn die al vele jaren bij haar in de buurt woonden, waar ze nooit echt contact mee had gehad en die nu bij haar op bezoek wilde komen. Ze noemde vele namen en uit de context moest ik maar een beetje opmaken in welke relatie ze tot mevrouw stonden. Ze praatte honderduit. Haar dochter regelde het (afhouden van) bezoek. Dat haar vriendin op bezoek kwam, dat vond ze leuk. ‘Daar heb je wat aan, daar beur je van op’.
En die buurman van verderop, waar ze nooit echt contact mee gehad had, die hoefde niet te komen, al had hij wel aangegeven dat te willen.
‘Dat is toch raar?’, zei ze. ‘Ik zou niet weten wat ik tegen hem moet zeggen’, meende ze.
Ik vermoedde dat dat best mee zou vallen, gezien haar stortvloed aan woorden, maar ik beperkte me tot de opmerking dat ze zelf mocht weten wie er bij haar op bezoek kon komen. Op dat moment kwam haar kleindochter met haar vriend binnenlopen en daarmee kwam ook een einde aan het gesprek.
Later die avond ging ik nog even bij haar langs en vroeg hoe het bezoek was geweest. Dat was niet aan dovemansoren gevraagd: Het was een lief stel, kleindochter en vriend. Ze woonden zo leuk, met een mooi uitzicht en ze waren nooit te beroerd om wat voor haar te doen. Zo wilde mevrouw haar abonnementen laten opzeggen, maar dat lukte dochter en kleindochter niet overal. ‘Dan moet ik eerst doodgegaan zijn, dan kon het wel’, zo vatte ze het ‘probleem’ heel bondig samen.
Maar vriendlief (van kleindochter) wilde het ook wel eens proberen en hem lukte het opzeggen van dat betreffende abonnement wel. Dat was fijn. En hij kwam ook bijna altijd met kleindochter mee op bezoek. ‘Een lieve knul’, besloot ze.
Een twinkeling verscheen in haar ogen. Zag ik daar die ondeugendheid die ik eerder gezien meende te hebben? Mevrouw wilde ook wat hoger in bed liggen en samen met de verpleegkundige (met glij-kousen) schoven we mevrouw omhoog en lag ze weer netjes in bed.
‘Ik lig prinsheerlijk’, klonk het dankbaar.
‘...als een prinsèsje’, vulde ik het nog wat aan. Een zweem van een glimlach werd zichtbaar.
Weer later wilde mevrouw slapen. Op haar verzoek werd ze op haar zij gelegd. De verpleegkundige was er en schoof haar handen onder de heupen van mevrouw. Mevrouw hield met haar hand het hekje al vast om de draai te vergemakkelijken. Ik stond aan de ‘goede’ kant van het bed om bescheiden vorm van assistentie te verlenen. Met een ferme, maar soepele beweging zorgde de verpleegkundige ervoor dat ze keurig op haar goede zij kwam te liggen. ‘Het betere ruk- en trekwerk’, vond mevrouw.
Nee, ik had me niet vergist.
Mijn naam is
maar een woord
mijn leven
een verhaal

Rondleiding & foto's
Een korte virtuele rondleiding samen met de foto's geeft u een indruk van de inrichting en sfeer binnen het hospicehuis en daarbuiten in onze tuin. Het is altijd mogelijk een afspraak te maken om ons huis te komen bekijken. Daarnaast stellen we jaarlijks op de tweede zaterdag in de maand oktober het hospicehuis open voor een rondleiding, een gesprek met een van onze vrijwilligers, coördinatoren of bestuursleden.
U bent hartelijk welkom om ons huis te bezoeken.
Fotografie: Petra Loddema
Wij kunnen uw hulp goed gebruiken
Naast de subsidie van het Ministerie van VWS is de Hospice Groep Midden-Kennemerland voor een deel afhankelijk van ondersteuning door donateurs.
Wilt u ons ondersteunen met een eenmalige of doorlopende financiële bijdrage?
Uw donatie maakt het verschil
- Wij kunnen zorgen voor voldoende vrijwilligers die de juiste opleiding hebben gehad.
- Wij kunnen investeren in nieuwe middelen die het verblijf prettiger maken.